• Home
  • Nieuws
  • Achtergrond
  • Van vezel tot kledingstuk

Van vezel tot kledingstuk

Door Esmee Blaazer

bezig met laden...

Scroll down to read more
Achtergrond|LONG READ
Beeld ter illustratie van dit achtergrondartikel over de technische opbouw van je kledingstuk. Foto: ByBorre Textiles van het in Amsterdam gevestigde textiel innovatiebedrijf ByBorre.

In dit achtergrondstuk vertellen we je alles over de ‘technische opbouw’ van je kledingstuk. Van vezel tot kledingstuk. Maar, we beginnen bij het eindproduct, je kledingstuk en gaan telkens een stap terug. Naar de stoffen, de garens en de vezels/grondstoffen. Ook het onderwerp ‘bewerkingen’ komt aan bod.

Klik op de pijltjes in de tekst voor meer informatie.

Inhoud

  1. Stoffen (+ bewerkingen)
  2. Garens
  3. Vezels

1. Stoffen

1.1. Constructies van het doek

Er zijn verschillende manieren waarop stoffen worden geproduceerd. De manier waarop van een garen een stof wordt gemaakt, wordt ook de constructie genoemd.

Je hebt geweven stoffen, gebreide stoffen en zogenoemde non-wovens.

Weven is het vlechten van garens over elkaar heen en onder elkaar door. Er zijn verschillende bindingen, manieren waarop de ketting- en inslagdraden elkaar kruisen. Bij een platbinding, de eenvoudigste binding, kruisen de draden elkaar steeds één op en één neer. Kledingstukken die over het algemeen worden geweven zijn overhemden, colberts en pantalons. En je spijkerbroek is bijna altijd geweven in keperbinding: dat is een binding waarbij de ketting- en inslagdraden elkaar minstens één op, twee neer of omgekeerd kruisen. Je herkent de binding aan de schuine lijntjes die door de stof lopen, kijk maar eens naar je jeans.

De tekst gaat verder onder de foto’s

Hier zie je geweven kledingstukken op de catwalk. Een grijze geweven trenchcoat van het merk Rokh uit de fall 2023 collectie (links) & een geweven colbert en bijpassende pantalon van het merk Late for Work uit de fall 2023 collectie (rechts). Credit: Launchmetrics Spotlight.
Hier zie je een geweven stof. Credit: Engin Akyurt via Pexels.
Hier zie je een close up van een weefsel. Credit: via Pexels/Pixabay.

Breien gebeurt vaak met één lange draad. Men maakt lussen in een draad en die lussen worden onderling verbonden. Die lusjes zijn uitrekbaar. Net zoals er verschillende manieren van weven zijn, zijn er ook verschillende manieren van breiden. En wat voor type kledingstukken worden gebreid? Vele. Truien en vesten zijn bekende breisels, maar ook veel T-shirts, onderkleding (‘tricot’) en sokken en panty’s worden gebreid. Een gebreide stof is doorgaans te herkennen aan de rijen v’tjes aan de voorkant van de stof.

De tekst gaat verder onder de foto’s

Hier zie je gebreide truien uit de Victoria Beckham herfst/winter 2023 ready to wear collectie op de catwalk. Credit: beeld via Launchmetrics Spotlight.
Op dit beeld kun je rijen v’tjes aan de voorkant van de gebreide stof goed zien. Credit: beeld van Sa Su Phi, de herfst/winter 2023 ready to wear collectie, via Launchmetrics Spotlight.
Hier zie je grovere en fijnere breisels. Credit: beeld van Madison Inouye via Pexels.

Non woven is de benaming voor een stof die niet gemaakt is van garens, maar van vezels. Een voorbeeld is vilt, waarbij losse vezels onder invloed van warmte en druk stevig aan elkaar worden gemaakt. Ook kan een non woven worden gemaakt door lijm en losse vezels te gebruiken. Door lijm te verwarmen, smelt het samen.

De manier waarop de stof is gemaakt, heeft óók invloed op de eigenschappen en het uiterlijk van een kledingstuk. “Om een kledingstuk elastischer te maken, heb je niet perse elastan (de textielvezel om een kledingstuk ‘stretch’ te geven, red.) nodig. Je kan er ook een breisel van maken, want elk lusjes geeft ruimte voor beweging,” legt modeprofessional Monique Wertheymuit aan FashionUnited.

Wertheym heeft dertig jaar ervaring in de kledingindustrie. Ze is docent aan TMO Fashion Business School een geeft les in de vakken Fashion Products & Production & International Business Communication en is Senior Trainer Detex. Wertheym is voorgedragen door Detex Opleiding als textielwarenkennis-specialist. Detex is een trainingsbureau voor mode en detailhandel. Textielwarenkennis is hun specialisme.

“Op die manier kun je stuggere grondstoffen, zoals linnen, de eigenschap elasticiteit geven.” En omgekeerd werkt het net zo. “Neem viscose, een heel soepele grondstof. Als ik daar dan een weefsel van maak, is het minder soepel dan het breisel van linnen. Want, een weefsel is altijd strakker dan een breisel.”

Ook bewerkingen zijn van invloed.

1.2 Bewerkingen

Vaak worden stoffen bewerkt. De vakterm voor bewerkingen is veredelingen. Het doel van bewerkingen is de eigenschappen van het kledingstuk te verbeteren en/of het item mooier te maken. Welke bewerkingen worden ingezet, hangt af van de grondstof en het gewenste gebruiksdoel.

Bij (stof)bewerkingen kun je denken aan het glanzend, strijkvrij of waterafstotend maken. Maar let op, niet alleen stoffen worden bewerkt, benadrukt Wertheym. Veredelingen kunnen op verschillende fases in de productie. “Bewerkingen kun je doen op vier niveaus: op vezel- , garen-, stof of kleding niveau.”

Verven is de meest voorkomende veredeling.

Kledingstukken zijn bijna altijd gekleurd. Kleur geven kan door verven en printen. “In 95% procent van de gevallen komt er verf aan te pas,” schat Wertheym desgevraagd in

En [verven] gebeurt dus ook op verschillende momenten in de productie. Maar, veelal gaat het volgens de expert zo dat de stoffen worden voorbehandeld, dan worden geverfd en dan worden nabehandeld.

Voor en nabehandelingen

“Er zijn veel voorbehandelingen waardoor de kleur (lees: verf) beter door stoffen wordt opgenomen,” legt Wertheym uit. “Goedkope kledingmerken slaan voorbehandelingen vaak over. Daarom blijft een goedkoop T-shirt vaak maar kort zwart. Als de voorbehandeling is overgeslagen, is het doek eigenlijk niet geschikt om de verfstoffen goed op te nemen.”

“Nabehandelingen worden door goedkopere merken ook vaak overgeslagen,” vervolgt ze. “Een voorbeeld van een nabehandeling is spoelen. Daarmee worden de losse pigmenten van de verfstoffen verwijderd, zodat dit niet in de wastrommel van de consument gebeurt.” Een tweede voorbeeld is het voorkrimpen van het doek. Door voorkrimpen krimpt het kledingstuk bij wassen na aankoop minder.

Voor- en nabehandelingen, of finish zoals men in de sector zegt, zorgen voor prijsverschillen van kledingstukken. “Daarom hangt aan het ene zwarte T-shirt een prijskaartje van 9 euro, aan het andere 19 euro en kost het derde T-shirt 29 euro in de winkel.” Wertheym: “En dan heb ik het niet over branding (betalen voor een merknaam, red.) maar echt alleen over welke voor- en nabehandelingen er zijn gedaan.”

Hoe meer behandelingen, hoe duurder een kledingstuk, maar dus ook hoe beter het eindproduct blijft. “Beter van kleur en bijvoorbeeld beter van pasvorm.” Dus wat is duur, vraagt Wertheym zich hardop af. “Het goedkoopste zwarte T-shirt van een discounter moet je waarschijnlijk na drie maanden vervangen omdat het gekrompen is en niet meer zwart, en dat van een wat duurder modemerk gaat waarschijnlijk wel drie jaar mee.”

2. Garens

Stoffen van kleding zijn gemaakt van garens (de draden).

De garens zijn in de modesector genummerd naar dikte. Weef of brei je met een dun draad, dan krijg je een dunne kledingstof, doe je dat met een dik draad, geeft dat een dikkere kledingstof als resultaat.

Meestal weeft of breit men met een enkel garen. Maar het gebeurt ook met een multi-garen. “Door garens om elkaar heen te slingeren (twijnen zoals dat proces heet),” vertelt Wertheym, “ontstaat een dikker garen, en dus ook een dikkere stof.”

Ofwel, hoe het kledingstuk er uiteindelijk uitziet, hangt dus óók af van het gebruikte garen.

De tekst gaat verder onder de foto

Beeld ter illustratie van garens. Foto van Cottonbro via Pexels.

2.1 Waar worden garens eigenlijk van gemaakt - en hoe?

Er zijn twee soorten garens: vezelgarens en filamentgarens.

Vezelgarens

Het gros van de garens is gemaakt van vezels. Een vezelgaren wordt gemaakt door vezels in elkaar te draaien. Dat heet spinnen.

“Bij (vezel)garens kunnen vezels grof zijn gehouden - dat heet kaardgaren - of glad zijn gemaakt - dat heet kamgaren,” vertelt Wertheym. Kamgaren is fijner en zachter dan kaardgaren.

En wat is dan een filament?

Kunstmatige vezels worden allemaal via een synthetisch proces gemaakt (meer in paragraaf 3) door een stroperige vloeistof door kleine gaatjes te persen en direct te laten stollen. Het ‘draad’ dat eruit komt heet een filament. Het garen is glad en er steken - in tegenstelling tot vezelgaren - geen ‘eindjes’ uit. De filamenten kunnen direct als garen in een stof worden gebruikt. Filamenten kunnen ook in kleinere stukken - vezels! - worden gesneden om ze te mengen met andere materialen.

Het gros van kleding bestaat niet uit één grondstof, maar uit verschillende - kijk maar eens op het etiket. Een menging of blend zoals men zegt in de sector, is de term voor een garen dat bestaat uit vezels van verschillende materialen.

(Er is overigens ook één natuurlijk filament, en dat is zijde).

Effecten

Aan sommige garens worden effecten toegevoegd. Zo zijn er garens met meerdere kleuren vezels. Ook zijn er garens die met opzet onregelmatig of pluizig zijn gemaakt.

Wertheym: ”Wil je een pluizige trui maken van de synthetische grondstof acryl, moet men textuur meegeven. Dat gebeurt op garenniveau.” Met andere woorden: dit is een voorbeeld van een garenbewerking.

3. Vezels

Wat is een vezel?

Als je een garen uit elkaar haalt, blijven kleine deeltjes over: de vezels. Voorbeelden van textielvezels zijn katoen en wol.

3.1 Natuurlijke en kunstmatige vezels

Er zijn natuurlijke vezels en kunstmatige vezels. Natuurlijke vezels komen voor in de natuur, kunstmatige vezels niet. Die worden door de mens gemaakt in de fabriek.

Katoen bijvoorbeeld behoort tot de natuurlijke vezels en polyester tot de kunstmatige vezels.

Binnen natuurlijke en kunstmatige vezels worden ook weer verschillende vezels onderscheiden. Dat lichten we in paragraaf 3.2 en 3.3 toe.

De tekst gaat verder onder de foto

Beeld ter illustratie van de grondstoffen katoen (links) en wol (rechts). Foto's via Pexels.

3.2 Natuurlijke vezels (in depth)

Binnen natuurlijke vezels onderscheidt men: plantaardige vezels en dierlijke vezels.

3.2.1 Plantaardige vezels

Zoals de naam al zegt, zijn dit vezels die komen van planten. Planten zijn voornamelijk opgebouwd uit cellulose.

Katoen bijvoorbeeld is een vezel uit de zaadpluis van de katoenplant: die witte kleine bolletjes. Na het plukken wordt het pluis schoongemaakt in de fabriek. “Want er zitten zwarte pitjes in de katoenpluis,” legt Wertheym uit. Daarna worden er garens gesponnen.
Dit is een voorbeeld van een bewerking op vezelniveau. Of simpeler gezegd, een vezelbewerking.

Katoenen garens zijn vrij sterk, en katoen heeft als opvallende eigenschap dat het snel veel vocht opneemt. “Katoen neemt tot 60% water op bij weefsels, en tot 90 procent bij breisels,” vertelt Wertheym. “Dat is een eigenschap van de grondstof, daar hoef je helemaal niets voor te doen.”
Katoen draagt prettig, katoen is zacht en ademend en voelt koel aan. Katoenen kleding is bovendien makkelijk in onderhoud: het kan heet worden gewassen en gestreken. Katoen is een populaire grondstof voor kleding (hoe populair lees je in paragraaf 3.4). Katoen wordt gebruikt voor casual kledingstukken die velen van ons in de kast hebben liggen, denk aan het T-shirt, de spijkerbroek, onderbroeken en hemdjes.

Linnen komt van een vlas- of linnenplant. “Om linnen te verbouwen en het te verwerken tot een garen is moeilijker, omdat het een hele harde bastvezel is, die moet worden opengebroken. Bij katoen heb je gewoon dat zachte pluis wat je kan pakken,” vertelt Wertheym. “Linnen is dus een duurdere grondstof dan katoen, maar linnen is ook sterker. Kleding van linnen gaat langer mee.” Andere kenmerken van de grondstof is dat het een grove vezel is en een herkenbaar onregelmatig uiterlijk heeft. Linnen neemt snel vocht op, en kreukt ook snel. Linnen wordt vooral gebruikt voor zomerse kledingstukken.

Andere plantaardige vezels zijn onder andere hennep en bamboe.

3.2.2 Dierlijke vezels

Dierlijke vezels zijn wol, andere haarsoorten en zijde. Bij dieren is de belangrijkste bouwstof eiwit.

Wol is het haar van het schaap. De kwaliteit van wol hangt af van het schapenras, het deel van de vacht en de manier waarop het is verkregen. Wol is door de natuurlijke kroezing (krulling in het haar) veerkrachtig. Daardoor kreukt wollen kleding bijna niet. Wol is warmte isolerend en van nature vuilafstotend. Je kent wol ongetwijfeld van de toepassing in warme winterse items. Minder bekend is wellicht dat fijne wolsoorten worden gebruikt voor stoffen met een klassieke uitstraling voor bijvoorbeeld een kostuum. “Denk aan Cool Wool, een prachtige gekamde garensoort,” aldus Wertheym.

Andere haarsoorten zijn bijvoorbeeld kasjmier dat komt van de cashmere geit, mohair van de angorageit, of alpaca dat komt van de tamme lama. Deze grondstoffen zijn kostbaarder. De haarsoorten worden bijvoorbeeld gebruikt voor hoogwaardige warme truien en vesten en jassen en mantels.

Zijde is doorgaans afkomstig van de cocon van de rups van een moerbeivlinder. De grondstof is relatief duur omdat de productie ervan veel handelingen vergt: van het kweken en verzorgen van rupsen tot het afhaspelen van de cocons. Zijde is een luxere stof, die zacht en glad is en mooi valt. Zijde wordt bijvoorbeeld gebruikt in blouses, avondkleding, stropdassen, sjaals en lingerie.

De tekst gaat verder onder de foto’s

Beeld: een zijden kledingstuk van Boss uit de lente/zomer 2023 ready to wear collectie (links) & een linnen pak van Emporio Armani uit de lente/zomer 2023 collectie (rechts). Beelden via Spotlight Launchmetrics.

3.3 Kunstmatige vezels (in depth)

Binnen kunstmatige vezels onderscheidt men synthetische vezels en kunstmatig natuurlijke vezels.

3.3.1 Synthetische vezels

Synthetische vezels zijn kunstmatig vervaardigd langs chemische weg. “Polyester en polyamide is gemaakt van een polymeer, van aardolie,” legt Wertheym uit.

De meeste kunstmatige vezels zijn gemaakt om natuurlijke grondstoffen te imiteren. Over het algemeen zijn synthetische vezels sterker dan natuurlijke vezels. Als in: ze gaan lang mee. De vezels zijn licht in gewicht en redelijk vormvast. Kleding van synthetische vezels kreukt of krimpt nauwelijks. Bovendien zijn de meeste synthetische vezels minder duur.

Polyester bijvoorbeeld is relatief goedkoop. Polyester heeft een mooi uiterlijk, het is glad en glanzend en gemakkelijk in onderhoud. Het wordt voor vrijwel alle type kledingstukken gebruikt. De grondstof vindt gretig aftrek in de sector (zie paragraaf 3.4).

Polyamide is zeer sterk, slijtvast, glanst en wordt ondere andere gebruikt voor badkleding en panty’s. Polyamide wordt ook wel ‘nylon’ genoemd.

Polyacryl - of kortweg acryl - is warm, en heeft een wolachtig karakter. Het is zacht en volumineus. Acryl wordt gebruikt voor bijvoorbeeld truien, vesten en sokken.

3.3.2 Kunstmatige natuurlijke vezels

En dan zijn er nog de kunstmatige natuurlijke vezels. Deze vezels worden ook wel half-synthetische vezels of semi-kunstmatige vezels genoemd. Deze vezels worden eveneens gemaakt via een synthetisch proces, maar aan de basis staat cellulose, afkomstig uit een plantaardig materiaal. “Dus vezels van een bast, van een berk of van een plant,” legt Wertheym uit. “Van het sapje of papje wordt in de fabriek een garen gemaakt.”

Omdat het basismateriaal plantaardig is, lijken de eigenschappen op die van natuurlijke plantaardige stoffen. Van viscose bijvoorbeeld komen de eigenschappen overeen met katoen en linnen, het is alleen minder sterk. Viscose valt soepel. Het filament wordt, omdat het relatief goedkoop is en prettig draagt, veel gebruikt voor dunnere kleding, zoals tops, blouses en jurkjes. In Amerika heet viscose ‘rayon’.

Andere semi-kunstmatige vezels zijn modal en lyocell.

Overzicht natuurlijke vezels en kunstmatige vezels. NB: Deze lijst vezels is niet uitputtend. Bron: TMO/Modeadviseur Detex. Visual gemaakt door FashionUnited.

3.4 Hoeveel worden deze verschillende soorten vezels eigenlijk gebruikt?

Wat zijn de meest gebruikte grondstoffen in de modeindustrie?

“Van alle grondstoffen die de kledingindustrie gebruikt, is meer dan de helft polyester/polyamide,” vertelt Wertheym. “Daarna volgt katoen, zo’n 30 procent van de gebruikte vezels in de industrie. En daarna volgen de kunstmatig natuurlijke grondstoffen, waaronder viscose.”

“Maar, als je polyester/polyamide en katoen bij elkaar optelt, zit je al boven de 80 procent", onderstreept Wertheym. “Voor álle andere grondstoffen blijft maar circa 15 tot 20 procent over.” Wol heeft volgens de expert een aandeel van 4 procent, linnen van 3 procent en zijde van 1 procent.

Bron: modeprofessional Monique Wertheym. TMO/Detex. Visual gemaakt door FashionUnited.

Wereldwijde vezelproductie en alternatieve grondstoffen

De wereldwijde vezelproductie is enorm. In 2021 was de wereldwijde vezelproductie 113 miljoen ton per jaar.

Bron: Textile Exchange in zijn rapport ‘Preferred Fiber and Materials Market Report 2022’. De missie van Textile Exchange is ‘het stimuleren van positieve actie in de mode-, textiel- en kledingindustrie tegen klimaatverandering’. Jaarlijks brengt de non-profitorganisatie een rapport uit over de wereldwijde vezelmarkt. Naar verwachting zal de wereldwijde vezelproductie stijgen naar 149 miljoen ton in 2030, aldus Textile Exchange.

Dit is een gigantische hoeveelheid, maar er worden dan ook enorme hoeveelheden kleding geproduceerd en geconsumeerd.

“Omdat de gemiddelde mens nu vijf keer zoveel kleding heeft als pakweg zeventig jaar geleden, raken de grondstoffen op,” zegt Wertheym. “Er is bijvoorbeeld steeds minder katoen. Daarom wordt gezocht naar alternatieve grondstoffen,” vertelt ze. Die liefst ook duurzamer zijn. De productie van vezels trekt een namelijk een zware wissel op het milieu.

Wat dan duurzamer is? Dat is weer een heel (achtergrond)verhaal op zich, maar je kunt bijvoorbeeld denken aan het hergebruiken van materialen, het putten uit vezels die in omloop zijn. Dit gebeurt nu nog maar op kleine schaal en bovendien niet altijd uit oude, wegggegooide kleding.

Gerecyclede vezels waren in 2021 goed voor 8,9 procent van alle grondstoffen voor textielproductie. Dat is een kleine stijging in vergelijking met 2020 toen het aandeel op 8,4 procent neerkwam. De toename komt vooral door ‘ bottle-based polyester’, schrijft de organisatie Textile Exchange in zijn rapport ‘Preferred Fiber and Materials Market Report 2022’. Wat bedoelen ze daar nu mee? Gerecycled polyester wordt bijna altijd gemaakt van oude plastic flesjes (uit de frisdrankindustrie) en bijna nooit van weggegooide en gerecyclede kleren. Van oude kleding wordt maar zelden nieuwe kleding gemaakt: dat gebeurde volgens Textile Exchange in het jaar 2021 in minder dan 1 procent (!) van de gevallen.

Ook kun je denken aan heel innovatieve grondstoffen, zoals mushkin, een alternatief voor leer van paddestoelen, vertelt Wertheym. Maar deze grondstoffen worden nog maar heel weinig gebruikt, voegt ze snel toe. “Misschien maar in 0,0001% van de gevallen.”

Hoe kiezen modemerken eigenlijk welke textielvezels ze gaan gebruiken voor hun kleding?

“Dat ligt eraan,” zegt Wertheym. “De meeste modemerken zijn design driven (ontwerp gedreven, red.). Dan bepaalt styling hoe een modecollectie eruit komt te zien. Daarna zegt de sourcing manager of product developer ‘als je wil dat de collectie er zó uit komt te zien heb ik deze grondstoffen nodig’,” legt ze uit. Want het uiterlijk en de eigenschappen van de kledingstukken deels (lees: eerst) af van de gebruikte grondstof. “Een linnen zal er altijd grover uitzien dan een katoen. Een polyester zal altijd gladder en glanzender zijn dan een viscose,” illustreert ze.

Als modebedrijven inkoop- of prijs gedreven zijn, en dan gaat andersom, vertelt Wertheym. “Dan wordt er gezegd ‘ik heb voor de winter iets warms nodig’. Een kledingmerk uit het lagere segment kiest dan voor acryl, en in het hogere prijssegment gaat men voor mohair of kasjmier.”

Terminologie
  • Vezel: het kleinste gedeelte van je kledingstuk. Als je een garen helemaal uit elkaar haalt, is wat overblijft een vezel.
  • Grondstof: een katoen of linnen. Grondstoffen en vezels worden vaak als synoniemen gebruikt en dat doen we in deze artikeltekst ook. Maar let op: feitelijk zijn de termen grondstoffen en vezels niet inwisselbaar. Want ook een filament (zie paragraaf 2.1) en een mineraal zoals glas zijn grondstoffen. En dat zijn géén vezels.
  • Garen: een draad. Met een garen wordt een stof gemaakt.
  • Blend: een garen dat bestaat uit verschillende vezels.
  • Stof: is de kledingstof. Een stof is een weefsel, breisel of non woven.
  • Materialen: materials wordt in de sector niet gebruikt als synoniem voor stoffen. “Materials kan zijn een stof, maar ook een rits of een knoop.”
  • Finish: een voor- of nabehandeling.
Garens en stoffen van Nederlands textiel innovatiebedrijf Byborre. Eigendom: ByBorre

Bronnen:

  • Interview Monique Wertheym, docent Fashion Products & Production & International Business Communication aan TMO Fashion Business School en Senior Trainer Detex, op 9 februari 2023.
  • Detex Opleidingen, een trainingsbureau voor mode en detailhandel. Textielwarenkennis is het specialisme van het bureau.
  • TMO Fashion Business School studie die de ondergetekende van dit stuk volgde, en specifiek het boek ‘ Mode-Adviseur’ van Mirjam van den Bosch, Astrid Hanou en Hans van Otegem, uitgever Stichting Detex Opleidingen, 2003, tweede druk.
  • Mode Styling.nl 'Van grondstof tot garen', 2019
  • Textile Exchange rapport ‘Preferred Fiber and Materials Market’, oktober 2022
  • NRC special over de mode-industrie en specifiek het artikel 'Schoenen van mango leer en t-shirts van stro' door Juliët Boogaard en Joost Pijpker, van 6 januari 2023
Meer achtergrond:
  • Zo komt een collectie van een modemerk tot stand
  • Alles over de toeleveringsketen in de modebranche en betrokken spelers
  • Mode: hoe trends van de catwalk in onze kledingkast terechtkomen
  • Wat is de functie van modevakbeurzen en wanneer vinden ze plaats?
  • Zelfstandig retailer zijn: dit komt er kijken bij het runnen van een modezaak
  • Gids: de Nederlandse modemarkt
    Achtergrond
    bewerkingen
    Fashion Education
    Garens
    grondstoffen
    Katoen
    linnen
    natuurlijke vezels
    Polyester
    Stoffen
    synthethische vezels
    vezels
    wol